SV | Toen maakten zich alle mannen van Israel op uit hun plaatsen, en schikten [den strijd] te Baal-thamar; ook brak Israels achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea. |
WLC | וְכֹ֣ל ׀ אִ֣ישׁ יִשְׂרָאֵ֗ל קָ֚מוּ מִמְּקֹומֹ֔ו וַיַּעַרְכ֖וּ בְּבַ֣עַל תָּמָ֑ר וְאֹרֵ֧ב יִשְׂרָאֵ֛ל מֵגִ֥יחַ מִמְּקֹמֹ֖ו מִמַּֽעֲרֵה־גָֽבַע׃ |
Trans. | wəḵōl ’îš yiśərā’ēl qāmû mimməqwōmwō wayya‘arəḵû bəḇa‘al tāmār wə’ōrēḇ yiśərā’ēl mēḡîḥa mimməqōmwō mimma‘ărēh-ḡāḇa‘: |
Toen maakten zich alle mannen van Israel op uit hun plaatsen, en schikten [den strijd] te Baal-thamar; ook brak Israels achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen maakten zich alle mannen van Israël op uit hun plaatsen, en schikten [den strijd] te Baal-thamar; ook brak Israëls achterlage op uit haar plaats, na de ontbloting van Gibea.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!